16. DE POORTWACHTER Twee naturen, één kracht.

.

Het is onjuist dat Tao iets is.

Het kan daarom niet in taal uitgedrukt worden.

Yin Xi de Poortwachter

.

Met deze uitspraak begint het boek van Yin Xi. Dit roept natuurlijk de vraag op waarom er dan toch aan het onbespreekbare zoveel woorden worden gewijd. Het is één van de grootste paradoxen in het taoïsme dat er over Tao weliswaar niets gezegd kan worden, maar dat er ook niet over gezwegen kan worden. Want Tao – het niet-iets – is onlosmakelijk met alle ‘ietsen’ verbonden.

Door woorden verdelen we de tienduizend dingen.

          Maar Tao is ondeelbaar één.

Alle dingen zijn vol aan eigenschappen.

          Maar Tao is als leeg.

Alles neemt een bepaalde plaats in.

          Maar Tao is alomtegenwoordig.

De dingen hebben hun eigen tijd.

          Maar Tao is altijdtegenwoordig.

Wij ervaren de dingen door er woorden aan te geven.

          Maar de werking van Tao is alleen ervaarbaar wanneer woorden verdwenen zijn. 

         

In veel taoïstische schilderingen valt een open, lege ruimte op; deze symboliseert het niet-zijn; tegenover het landschap dat onze natuur, het zijnde, uitbeeldt.

In één schildering zijn twee naturen met elkaar verbonden.

Dit type schilderingen nodigen de kijker uit om zich voor beide open te stellen.

Yin Xi merkt hierover het volgende op:

De wijze mens ziet de dingen zowel

als geboren in deze natuur,

als behorend tot de aangeboren natuur.

.

Yin Xi zegt daarmee dat de dingen eigenlijk twee naturen hebben. Ze zijn geboren in de natuur van tijd en ruimte, van vorm en materie; de natuur van de ‘ietsen’. Maar de natuur van de ietsen ligt ingebed in de natuur van het niet-iets. Deze laatste was er al vóórdat onze natuur tot leven werd gewekt.

Yin Xi noemt haar ‘De aangeboren natuur’.

De relatie tussen de twee naturen wordt in de afbeelding hiernaast uitgedrukt. De cirkel met de stip in het midden symboliseert de aangeboren natuur, en de witte en zwarte golf onze duale natuur.

We zouden de samenhang tussen de twee naturen kunnen vergelijken met een zee met daarin een grote spons (een spons is een eenvoudige diersoort die in zee leeft). De spons bestaat uit vaste materie, maar is doordrenkt met zeewater. Zonder zeewater zou de spons niet kunnen leven.

Zo is het ook met ons. Maar het is opmerkelijk dat we ons wel bewust zijn van de materiële vorm, maar niet van het alles doordringende en voedende water.

De wereld van de vorm ervaren we maar al te vaak als de enige werkelijkheid. Daar hebben we een mening over en deze beleven we als heel belangrijk.

Yin Xi merkt hierover het volgende op:

De wijze mens is zich bewust

dat zijn visie op deze wereld bedenksels en opvattingen zijn

die tot het persoonlijk denken behoren.

.

We zijn ‘iets’ en dat noemen we ‘ik’. Onze tijdelijke natuur is er vol van. Maar de

aangeboren natuur is in die zin volkomen leeg. We zouden dit kunnen vergelijken met een mooi versierd vat. Wij bevinden ons op een klein gedeelte van de buitenkant ervan. Daar gebeurt van alles, zowel in onszelf, als buiten ons. Dit alles bij elkaar vormt in onze beleving de enige werkelijkheid. We kunnen daar zelfs enige invloed op uitoefenen: er iets bijmaken of afhalen, of het verfraaien. Maar wat we ook doen: het komt altijd voort uit onze persoonlijke visie of op wat nodig is voor de buitenkant van het vat.  Door al deze activiteiten blijft de binnenkant ervan buiten ons bewustzijn.

Tao is alomtegenwoordig.

Het is geen ‘iets’ en heeft dan ook geen ‘ik’. In die zin is het ‘leeg’.

De mens die bezig is om een leerling-wijze te worden, begint langzaamaan te beseffen dat hij het zélf is die een grens vormt tussen de binnen- en de buitenkant.

Hierdoor verandert zijn visie op het bestaan. Hij wordt zich bewust dat alle dingen twee naturen hebben en dat deze niet los van elkaar staan. Doordat de aangeboren natuur  ‘leeg’ is, kan deze de tijdelijke natuur doordringen.

Hierdoor is niet alleen alle leven mogelijk, maar het kan er ook door transformeren zodat het uiteindelijk op kan gaan in het Ene. Voor deze transformatie is echter onze medewerking noodzakelijk. Wat dit inhoudt werd kernachtig omschreven in de zinnen waarmee de vorige blog afsloot:

Behoud niet-zijn.

Bewaak zijn.

Moderne taoïstische tekst

.

De leerling-wijze bevindt zich in een proces waarin hij de tijdelijke natuur steeds minder als de enige werkelijkheid ervaart.

Hij wijst de tijdelijke natuur niet af, en doet er ook niet neerbuigend over, maar hij bewaakt zijn houding ten aanzien van de tienduizend dingen. Hij maakt zich vrij van de belangen van zijn ‘ik’ die immers de grens vormen tussen beide naturen.

Hierdoor komt de aangeboren natuur in hem meer en meer vrij.

Dit heeft tot gevolg dat hij ten aanzien van alles wat hem in zijn leven overkomt vanuit een dubbele houding onder ogen ziet. Hij heeft aandacht voor de tijdelijke natuur, maar stelt zich tegelijk ook open voor de aangeboren natuur.  Deze natuur ervaart hij in het midden van zijn wezen, in zijn hart.

Hij ervaart – net als ieder –  van tijd tot tijd gebeurtenissen die hem diep raken en hem uit balans brengen. Maar tegelijkertijd is hij zich ervan bewust dat het midden in hem stil blijft. Hij neemt beide waar, maar onderneemt niets vanuit zijn tijdelijke natuur.

Dan wordt er in hem iets gedaan: de kracht van het midden treedt op de voorgrond en de emotie van de ingrijpende gebeurtenis verdwijnt geleidelijk ‘als vanzelf’ naar de achtergrond.

Toch is dit geen tovermiddel waar de leerling-wijze naar kan grijpen om zich de narigheid van ingrijpende gebeurtenissen te besparen. Wanneer dit zijn doel zou zijn, is hij niet bezig met het bewaken van het ‘niet-zijn’ in hem, maar probeert hij dit voor eigen gewin te gebruiken.

Het enige dat de leerling-wijze te doen staat is om zich open te stellen voor de aangeboren natuur, ongeacht of hem dit iets oplevert of niet.

Dat is soms lastig, want wie heeft geen behoefte aan balsem op zijn gewonde ziel?

Maar wil hij het ‘niet-zijn’ behouden zal de leerling-wijze het ‘zijn’ hebben te bewaken.

Yin Xi vat dit samen met:

De wijze behandelt de dingen niet

vanuit zijn persoonlijke, postnatale gedachten.

Hoe hij dit doet, en wat postnataal inhoudt, wordt in de volgende blog besproken.

  2 Replies to “16. DE POORTWACHTER Twee naturen, één kracht.”

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *