.
In het Hart van het Midden wordt het Werk gedaan.
Yin Xi de Poortwachter
.
- INLEIDING
Het centrale thema in het Taoïsme is ‘wu wei’, het doen van het niet-doen. Dit lijkt paradoxaal want een mens kan immers nooit iets doen door het juist niet te doen.
Het begrip wu wei wordt dan ook op uiteenlopende wijzen omschreven zoals: ‘niets-doen’, of iets genuanceerder: ‘niets doen dat tegen de flow ingaat’. of ook wel als ‘spontaan leven in harmonie met het natuurlijke’. Vanuit een andere visie wordt het omschreven als: ‘niets doen dat tegen Tao ingaat’, of: ‘egoloos handelen’.
Daarbij gaat het steeds over wu wei gezien als een actie vanuit onze tijdelijke persoon.
Maar er zit nog een andere kant aan, want Lao Zi zegt in vers 37 dat Tao permanent wu wei is. Yin Xi voegt daaraan toe dat Tao geen ‘ik’ heeft.
De vorige blog was gebaseerd op vers 48 van de Daodejing en een vergelijkbare tekst van Yin Xi. Beide spreken op hun eigen wijze over het koppel you wei en wu wei. In de vorige blog stond you wei , het ‘hebbende handelen’, centraal.
In deze blog wordt dezelfde tekst als uitgangspunt genomen, maar nu staat het mysterie wu wei centraal.
De tekst van Lao Zi en Yin Xi luidt:
.
Lao Zi, Daodejing 48
Als men zich op studie toelegt,
is er dagelijks vermeerdering.
Als men zich op Tao toelegt,
is er dagelijks vermindering.
Vermindering en nog eens vermindering
tot niet-doen wordt gedaan.
Wanneer niet doen wordt gedaan,
blijft niets ongedaan.
Yin Xi, eerste hoofdstuk
Tao is geen ik.
De heilige mens
ziet vooruitgaan niet als Tao,
maar zich terugtrekken op grond van
Tao niet bezitten.
Tao is niet-iets.
Op grond van ‘niet’ wordt Tao verkregen.
Om deze reden
kan Tao niet verloren raken.
.
2. ‘WU WEI’ EN WIJ
Het Chinese denken is verbindend van aard. Het beschouwt de afzonderlijke dingen als delen van één geheel. Dat geldt ook voor het koppel you wei en wu wei – handelen vanuit eigenbelang / egoloos handelen. Het zijn geen op zichzelf staande grootheden, maar zij maken deel uit van een proces: wordt de één minder, dan wordt de ander als vanzelf méér. De eenheid tussen dag en nacht is hier een goed voorbeeld van.
Ons gewone denken – dat gericht is op dingen van elkaar scheiden – heeft vaak de neiging om you wei en wu wei te verdelen in ‘slecht’ en ‘goed’. Daaruit komt nog wel eens de idee voort dat het één met kracht afgeleerd moet worden om het ander te kunnen bereiken. Maar daarmee wordt aan de geheel eigen waarde van beide geweld gedaan.
You wei hoort bij onze tijdelijke persoon. Tao is tijdloos en wu wei. We kunnen onmogelijk tot Tao komen door een actie vanuit onze persoon. Toch begint de weg van wu wei bij onszelf, want een leven in wu wei – gezien als minder worden naar ons eigenbelang – gaat niet vanzelf, er zal door ons voor gekozen moeten worden.
Het verwarrende is dat we weliswaar hebben te doen, maar dan puur als proces, zonder uit te zijn op het bereiken van een einddoel. Wu wei is hard werken. Egoloos handelen vraagt om een bewuste levenshouding en daarbij gaat het steeds om het hier en nu. In de taoïstische wijsheid wordt dan ook nooit gesproken over een doel bereiken. Het gaat om ’ op weg’ te zijn en op die Weg is Tao altijd en overal.
.
Tao is niet-iets.
Op grond van ‘niet’ wordt Tao verkregen.
Om deze reden kan Tao niet verloren raken.
Yin Xi de Poortwachter
.
3. DE BETEKENIS VAN WU EN WEI
Chinese karakters geven op gestileerde wijze een voorwerp weer, of drukken een bepaalde idee uit. Dit is ook het geval bij de karakters voor wu en voor wei.
Een zeer oude vorm van het karakter voor wu toont een groep mensen die een open plek in het bos vrijhakt. Aldus de Nederlandse sinologe dr. Woei-Lien Chong.
Wanneer we dit beeld op onszelf betrekken zien we een bos dat in de loop van een mensenleven dichtgroeit met de bomen van begeerten en angsten. Eromheen bloeien de planten van de vele persoonlijke kwaliteiten, zowel de mooie als de lelijke.
De zeer oude betekenis van het karakter voor wei is: ‘handelen ter wille van’; of: ‘handelen met het oog op’.
De twee karakters (wu en wei) samen gelezen houden in dat een groep mensen in het bos een open ruimte vrijhakt met het oog op Tao.
In die open ruimte straalt een tijdloos Licht dat alles in het bos verlicht.
In dat Licht neemt de bewoner van het bos zichzelf waar: zijn op zichzelf gerichte manier van leven; alle goede bedoelingen; alle vergissingen; het vele falen. Maar wát het ook is – positief of negatief – hij neemt slechts zo objectief mogelijk waar, en oordeelt niet. Hij of zij blijft in wu wei staan. Dit is een voortgezette vorm van egoloos handelen.
.
Als men zich op Tao toelegt,
is er dagelijks vermindering.
Vermindering en nog eens vermindering
tot niet-doen wordt gedaan.
Lao Zi vers 48
.
4. HET MYSTERIE WU WEI.
Tot nu toe is wu wei belicht vanuit ons mensen. Maar de oorsprong ervan ligt niet in ons.
Wu wei is de onophoudelijke werkzaamheid
van het onsterfelijke principe – Tao – in ons.
Tao is wu wei. Het doet-niet, maar toch blijft niets ongedaan. Tao is een mysterie dat altijd in het verborgene is en blijft.
Van Tao gaat een kracht uit: Teh genaamd. Deze schept een ruimte waarin de dingen kunnen transformeren. Maar Teh mengt zich niet in deze transformatie, wat het ook is dat wij mensen doen of laten. Teh laat de tienduizend dingen alle ruimte voor eigen ontwikkelingen.
Bij zowel Laozi als Yin Xi gaat het steeds over de wisselwerking tussen het onnoembare en de tienduizend dingen – waar wij mensen er één van zijn. Teh staat dan ook onophoudelijk met ons in verbinding – ook al beseffen we dit misschien niet.
Op deze ‘roep’ reageren we.
Een vonk van Tao is in het onveranderlijk midden van onze microkosmos. Daar gaat een kracht van uit en deze is –net als Tao/Teh wu wei. Deze kracht schenkt ons de mogelijkheid om ook vanuit wu wei te leven.
Wu wei betekent niet versmelten met Tao/Teh, als een soort mystieke eenheid, maar het is een kracht waardoor we onszelf juist los kunnen laten.
Tao is verborgen, maar de Teh is ervaarbaar. Wie wu wei ontvangt en ernaar leeft, verkeert ‘als vanzelf’ in een stilte die blijvend van aard is. Het ‘ik’ wordt minder en de alomtegenwoordige ademruimte wordt groter.
Dit wordt door Yin Xi genoemd: ‘Het Hart van het Midden’.
In de metafoor van het Licht dat in de open ruimte van het bos schijnt, ziet de mens zichzelf in heel zijn naaktheid. Hij neemt objectief waar, maar gaat geen strijd met zichzelf aan; hij blijft in wu wei staan.
Hierdoor ontstaat spontaan een wisselwerking tussen het wu wei in het Hart van het Midden en het wu wei van deze mens.
Daarin wordt ‘gedaan’: een transformerende, zegenrijke kracht spreidt zich uit in hem of haar, en verder nog: tot in zijn omgeving, en uiteindelijk tot in de wereld. Alles wat daarin groeit en leeft transformeert.
In het moderne Taoïsme wordt leven vanuit wu wei genoemd: ‘De Gouden Weg’. Het is de meest eenvoudige Weg. Het enige dat de mens hoeft te doen is zich zonder enige verwachting over te geven aan de kracht van Tao in het Midden. In principe kan de Gouden Weg binnen één leven gegaan worden omdat niet de persoon ‘doet’, maar de kracht die van het mysterie uitgaat. Er bestaan nog steeds Gouden Paden, zowel in Oost als in West. Ze worden meestal binnen Mysteriescholen gegaan en begeleid.
.
Wanneer niet doen wordt gedaan,
blijft niets ongedaan.
Lao Zi, vers 48
.
EXTRAATJE
.
.
Aan het eind van iedere blog wordt het thema ervan vanuit een andere invalshoek belicht.
Deze keer is dat de betekenis van de kalligrafie binnen het Taoïsme.
Het gaat daarbij niet om ‘schoon schrift’, maar om de tijdloze energie die van Tao uitgaat door de vorm van de karakters heen te laten stromen.
Kalligrafie is een vorm van meditatie. De kalligraaf begint met zich op Tao in het midden te richten. Hierdoor ontstaat ontvankelijkheid voor de werking die van Tao uitgaat: Teh.
Dit vormt de basis van de kalligrafie.
Een karakter is niet zomaar een vorm, maar het is een klein energiecentrum, een microkosmos. Er gaat energie uit van hoge vibratie. Deze is transformerend van aard: verbindt de aarde met zowel de kosmos, als met de macrokosmos.
De kracht van de kalligrafie werkt door in zowel het lichaam van de kalligraaf, als in zijn innerlijk. Er ontstaat een wisselwerking tussen zijn staat van zijn en het karakter dat op het papier wordt geschreven.
De kracht ervan spreidt zich als een vlammend vuur uit over degene die zich voor de kalligrafie openstelt en heeft het een – heel makende – werking, zonder aanzien des persoons.
Kalligrafie is een belangrijke vorm van wu wei; het ‘doen-van-het-niet-doen’.
.
REACTIES:
I.B.: Voeding voor de ziel !
A.A. Veel dank.
R.R.: De Poortwachter klopt op de deur van ons hart.
F.M.: Dank.
M.L.: Heel mooi, maakte indruk.
G.S.: Ik heb deze blog gelezen en ga vanaf nu ze allemaal lezen. Wilde dat ik deze site eerder ontdekt had.
2 Replies to “37. HET MYSTERIE WU WEI”