Over Lao Zi wordt gezegd dat hij rijdend op een zwarte buffel jarenlang door China reisde. Hij probeerde de mensen bewust te doen worden van het grote mysterie van alles; en dit mysterie noemde hij Tao. Lao Zi was niet alleen een zeer wijs mens, maar hij leefde ook in harmonie met de Tao. Er waren helaas maar weinig mensen die voor deze wijsheid open stonden. Uiteindelijk besloot hij China te verlaten. Rijdend op zijn buffel reisde hij door een bergketen naar het westen en kwam aan bij de westelijke poort. Daar werd hij tegengehouden door een poortwachter.
Deze zei tot hem: ‘Meester, nu u op het punt staat u terug te trekken, sta ik erop dat u een boek voor me schrijft.’ Daarop schreef Laozi een boek in twee delen: het boek van Tao en de Teh, de Daodejing. Het is een dun boekje met 81 gedichten van in totaal ongeveer 5000 karakters: Nadat Lao Zi dit geschreven had passeerde hij de westelijke poort en heeft niemand hem ooit nog gezien.
Dit verhaal is afkomstig uit de biografie over Lao Zi van de Chinese historicus Sima Qian (145 – ca. 90 v.o.j.). Sima Qian was de eerste die de Chinese geschiedenis uitgebreid op schrift stelde. Hij wordt dan ook gezien als de vader van de Chinese geschiedschrijving. Zijn nagelaten werk ‘De Shiji’ (letterlijk: optekeningen van de historicus) is bewaard gebleven. Het wordt nog steeds geraadpleegd.
De legende van Lao Zi en de poortwachter steunt op historische feiten. De hoog in de bergen gelegen pas waarlangs Lao Zi China wilde verlaten, is de Hanggu pas. Deze ligt ten oosten van het huidige Xi’an, bekend van de terracottabeelden. Xi’an was ooit de hoofdstad van China, de naam betekent: lange vrede: 長安.
De Daodejing is nauw verweven met China. Het taoïsme wordt gezien als de levende religie van China. Als eerbetoon aan Lao Zi, het taoïsme en de poortwachter is in de plaats Hanguguan, (gelegen in de vallei van de Hanggupas) een groot openluchtmuseum gebouwd. Het behoort tot het Unesco wereld erfgoed. De grote betekenis van dit complex is vergelijkbaar met de betekenis die bepaalde andere steden hebben voor religieuze groeperingen. Het trekt jaarlijks dan ook vele duizenden bezoekers uit binnen-en buitenland.
Het uitgestrekte parkachtige complex bevat diverse paleizen, maar men kan er ook terecht voor een consult in een van de taoïstische gezondheidscentra. Taoïstische monniken zijn altijd genezers geweest. Zij zien de mens en zijn gezondheid in een groots perspectief. De werking van Yin en Yang speelt een belangrijke rol omdat beide met elkaar in evenwicht behoren te zijn. Dit zijn ze wanneer een mens in evenwicht is met Tao.
Op een groot plein in het park staat een immens hoog beeld van Lao Zi. Sima Qian schrijft dat Lao Zi in zijn jonge jaren de beheerder was van de koninklijke archieven van de Oostelijke Zhou dynastie (770-256 v.o.j.). De naam Lao Zi is geen familienaam, zo zegt hij, maar een bijnaam die betekent: ‘Oud Kind’. Volgens Sima Qian was zijn familienaam LI en zijn voornamen luidden: ER DAN. In een latere fase van zijn leven verliet Lao Zi zijn ambt en trok rustig en stil door de streek die nu bekend is als de provincie Henan.
Sima Qian zegt over hem: “Hij legde zich erop toe om naamloos te blijven; daarom werd zijn naam nooit vergeten. Hij wilde niemands leermeester zijn; daarom leert hij nog steeds miljoenen’.
De Daodejing is de basis van het taoïsme. Dit kleine boekje geniet in China een even groot respect als bij ons de lijvige Bijbel. Op een enorme muur in het museumcomplex zijn, als eerbetoon aan de Daodejing, alle vijfduizend karakters ervan in steen gegraveerd. Deze karakters zijn in het zogenoemde ‘zegelschrift’ afgebeeld. Dit schrift kenmerkt zich door kronkelige lijnen en heeft een grote esthetische waarde.
De afbeelding hiernaast geeft een indruk van twee schriftvormen. Onder en boven staan dezelfde karakters. Boven in zegelschrift en onder in modern Chinees.
De oorspronkelijke Daodejing is tot op heden niet gevonden. Rond de tweede eeuw van onze jaartelling was er in China nog slechts één kopie in omloop. Hierop zijn alle latere vertalingen in westerse talen gebaseerd. In 1973 en 1993 zijn in Chinese graven enkele oudere kopieën gevonden uit de derde eeuw v.o.j.. Deze zijn echter niet in het zegelschrift gekalligrafeerd, maar in het klassiek Chinees.
Het China ten tijde van de Zhou dynastie was veel kleiner dan het huidige China. Het bestond indertijd uit vele afzonderlijke staten. Deze waren eeuwenlang in onderlinge strijd verwikkeld. Dit had enorme onrust in de samenleving tot gevolg. Lao Zi merkte dat de mensen niet open stonden voor Tao en diens kracht. Hij besloot het toenmalige China via de uitlopers van het Himalayagebergte in het westen te verlaten. Zo kwam hij bij de Hanggupoort aan.
In het openluchtmuseum van Hangguguan is een reconstructie te zien van deze poort.
Deze werd indertijd bewaakt door een wachter, ene Yin Xi. Deze vroeg Lao Zi om de Daodejing te schrijven.
Wie was deze Yin Xi eigenlijk? Waarom had Lao Zi zoveel vertrouwen in hem dat hij voldeed aan diens verzoek?
Hierop wordt in de volgende blog DE POORTWACHTER II ingegaan.
4 Replies to “1. DE POORTWACHTER. DE GESCHIEDENIS”