5. DE POORTWACHTER LEEGTE

Yin Xi bestudeerde vanaf zijn vroege jeugd niet alleen oude wijsgerige teksten, maar hij  leefde daar ook naar. Van hem wordt gezegd dat hij uiteindelijk opging in het onnoembare. Zhuang Zi noemde hem eeuwen later “Een oude erudiete onsterfelijke“.

In de Zhuangzi (het werk van Zhuang Zi en zijn volgelingen) wordt een paar maal uit het werk van Yin Xi geciteerd, zoals in hoofdstuk 33 / VIII:

Yin Xi van de Bergpas zei:


“Als je niet in jezelf vastzit,

dan openbaren de dingen zich vanzelf aan je.

Als ons hart beweegt, is het als stromend water.

Door stil te zijn wordt het als een spiegel:

Het weerkaatst alles als een echo.

Eerst is alles chaotisch en onzichtbaar,

Dan komt de stilte en wordt alles helder.

Hij die zich hiermee verenigt, zal het behouden,

Maar wie het wil vasthouden zal het verliezen.”


In bovenstaand citaat raakt Yin Xi de kern van het mysterie van Tao. Tao is en blijft altijd verborgen, maar er gaat van Tao een werking uit die wij waar kunnen nemen.

Yin Xi zegt hierover tegen zijn leerlingen:

De ‘Tao’ die wij waarnemen is in feite de Teh.

De Teh is de werking die van het tijdloos Tao uitgaat.

Tao is als een verborgen Bron.

De Teh is als het water dat daar uit vloeit, zodat het land vruchtbaar wordt.

Wij zijn tijdelijke mensen, maar in ons hart ligt een druppel uit deze mysterieuze bron. Een druppel die deel uitmaakt van het totale water.

Omdat Tao en Teh alomtegenwoordig zijn, weerspiegelt zich in iedere druppel het gehele Al. Hiervan kunnen we ons in zekere mate bewust worden. het is dan een hele kunst om ons er niet mee te identificeren. Wanneer we het water vast willen houden, verliezen we het juist.

In het gewone dagelijkse leven ervaren wij deze volkomen eenheid maar al te vaak niet. Dit is met name het geval wanneer we sterk op onszelf zijn gericht, of wanneer we de tienduizend dingen beleven als de enige werkelijkheid. Dan zien we als het ware wel het water, maar zijn ons niet bewust van de bron. Dan zitten we vast in onszelf, zoals Yin Xi het formuleert.

Ons water is bovendien maar al te vaak niet in rust. Wanneer we onze vele begeerten najagen kolkt en golft het, en bij iedere vorm van strijd wordt het wild en spat het alle kanten op.

Hierdoor kan het Al zich niet aan ons openbaren. De zoeker naar Tao bevindt zich dan in een situatie die door Yin Xi als volgt wordt omschreven:

De deur naar Tao is open,

maar deze is ontoegankelijk.

(zie ook ‘Poortwachter 4 )

Wanneer we  in de wereld van de tienduizend dingen iets willen hebben, zetten we alles op alles om dit mogelijk te maken.

De zoeker naar Tao is aanvankelijk geneigd om hetzelfde te doen ten aanzien van Tao.

Yin Xi hield zijn leerlingen het volgende voor:

Tao kan niet worden bereikt door te willen en te handelen.

Tao kan niet worden bereikt door het achterna te jagen.

Wanneer de zoeker naar Tao dit probeert, gaat hij van zichzelf uit en komt dan in zichzelf vast te zitten. Zoals iemand eens zei: ‘Ik besef helemaal hoe belangrijk het is dat ik minder word, maar hoe ik ook mijn best doe, het lukt me almaar niet’. Tao is niet een van de tienduizend dingen en kan daarom ook niet bereikt worden met de middelen van deze wereld.

Yin Xi maakt zijn leerlingen duidelijk dat een totaal andere levenshouding nodig is; een waarbij niet onze persoon centraal staat, maar de werking die van de Teh uitgaat.

Hij zegt:

De houding van de Wijze ten aanzien van Tao is als een pijl die zonder voorkeur of afkeer wordt afgeschoten.

Pas wanneer de Wijze afziet van zijn eigen wil, kan de pijl zijn eigen loop volgen.

Hier wordt een complexe situatie beschreven. Er is een tijdelijke mens met pijl en boog, en er is een doel dat niet binnen tijd en ruimte ligt. De wijze is zich bewust van de ‘waterdruppel’ in zijn hart. Daar geeft hij zijn eigen wil aan over. Vanuit deze levenshouding laat hij de pijl los. Deze wordt dan ‘als vanzelf’ aangetrokken door de ‘roos’; de kracht van de Teh trekt de pijl naar zich toe.

Maar de boogschutter-wijze is niet in staat de pijl te volgen.

Yin Xi maakt duidelijk waarom niet:

Tao is uiteindelijk onbereikbaar.

Misschien fluistert er nu diep in ons een stemmetje: ‘Waarom zou ik het dan doen’?

Yin Xi vat deze situatie als volgt samen:

Hij die zich hiermee verenigt, zal het behouden,

Maar wie het wil vasthouden zal het verliezen.

Boogschutter en pijl zijn met elkaar verbonden. Wanneer de pijl ‘doel’ treft, zich verbindt met de kracht die van Tao uitgaat, de Teh, ontvonkt een vuur. De warmte ervan straalt af op de boogschutter. In zijn leeg geworden hart, vrij van persoonlijk willen, daalt een diepe stilte; ongekend in deze wereld. Wanneer hij leeg blijft, zal deze stilte in hem zijn. Maar zodra hij zich deze toe wil eigenen, zich erop voor wil laten staan, staat hij meteen weer midden in de onrust van de tienduizend dingen.


Wij willen iets bereiken dat we nog niet hebben. Maar omdat Tao alomtegenwoordig is, is het er al. Het is dan ook merkwaardig om te denken dat Tao bereikt kan worden door  dezelfde activiteiten in te zetten die we nodig hebben om een van de tienduizend dingen te bereiken.

Yin Xi gaf zijn leerlingen hierover het volgende ter overdenking:

Hoe kunnen wij leven in overeenstemming met Tao?  

Door consequent onze geest leeg te maken ten aanzien van onze vele gedachten en ideeën.

Het gaat om leeg zijn, of leeg worden ten aanzien van al het op onszelf gerichte denken, voelen, willen en handelen.

Voor de zoeker naar Tao is leegte in zijn hart voorwaarde om zich open te stellen voor de kracht die van Tao uitgaat. Deze kracht vult dan zijn hart.

Yi Xi zegt:

De wijze is zich ervan bewust dat ideeën en sentimenten vluchtig zijn.

De wijze weet dat de dingen alleen maar dingen van hemzelf zijn.

Om die reden benadert hij ze in het licht van de Grote Wijsheid.

Leeg worden komt spontaan voort uit ‘niet doen’. En het vermogen om het niet-doen te ‘doen’ wordt ons gegeven door de kracht die van Tao uitgaat; de Grote Wijsheid.

Het helpt daarbij om te beseffen wat Yin Xi bedoelt met:

De wijze weet: er is geen zelf.

De wijze weet dat er geen zelf in het hart mag zijn,

daarom leeft hij vanuit onbaatzuchtigheid.

Minder worden is leeg worden.

Leeg worden is terugkeren naar Tao.

Terugkeren naar Tao is de Poort doorgaan.

De Poort doorgaan is zonder zelf zijn. Zonder zelf zijn is: vanuit de diepe stilte werken midden tussen het gewoel van de tienduizend dingen.

Yin Xi beëindigt deze les aan zijn leerlingen met de volgende metafoor:

Wanneer twee mensen een schaakwedstrijd spelen, toont er maar één zich trots aan de ander als de overwinnaar.

Wanneer twee mensen in Tao samen zijn hebben zij niets om elkaar te laten zien.

  One Reply to “5. DE POORTWACHTER LEEGTE”

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *